Voorlopig zit hij hier. Er is nog tijd,
en eerst moet de vermoeidheid zakken.
Anders zal het kruispunt net te ver zijn,
of hij zal, versuft, tegen te lage prijs
zijn lieve ziel verkopen. Kort geluk,
één hete nacht: te weinig. Slechts een eeuwig
vuur voldoet. Ziedaar: een andere
Van Dam. Een verre donderslag stemt in.
Collega’s, vrienden, onbekenden zelfs:
ze staan versteld. Geen vrouw zal hem negeren,
niemand wijst hem af. Hij is een felle
gloeilamp, al het andere is muggen.
Hij ziet het land.
Hij buigt het hoofd.
Het onweert in de verte
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.