Frontbericht – Lévi Weemoedt

’k Heb niks gezien vandaag, dat wou ik u nog schrijven:
’k heb heel de dag wat voor het raam gestaan
en niks gezien, ondanks het noestig wrijven
in beide ogen. Toen maar vroeg naar bed gegaan.

Ook moet u weten: ik heb niks gehoord.
Voor uren in een diepe slaap gelegen
en niks gehoord. Zelfs hart en longen zwegen.
Een snik werd in het hoofdkussen gesmoord.

Voor ’t raam en ook in bed heb ’k niks bedacht.
Dat wou ik u al heel lang laten blijken
maar ’k wist niet hóe! Ik miste werkelijk nog de kracht
om naar een potlood of een velletje te reiken.

Hier moet ik ’t voor thans helaas bij laten:
’t gaat nu weer redelijk, ’k ben aardig opgefleurd.

O wél bedankt dat u mij even bij liet praten!
Ik schrijf u weer zodra er niks gebeurt.

Share

5 gedachten over “Frontbericht – Lévi Weemoedt”

  1. Beste Jan, voor school moet ik dit gedicht analyseren, alleen heb ik nogal moeite met het vinden van beeldspraak en stijlfiguren in dit gedicht. Kunt u mij vertellen of deze hier in voor komen, en zo ja welke en waaraan dat te herkennen is? Ook heb ik de vraag of u mij kunt vertellen wat er nou precies bedoeld wordt met dit gedicht. Alvast bedankt!
    mvg, Tobias

    Beantwoorden
    • Ik maak eruit op dat het gaat om iemand die met een depressie kampt. Zijn ogen zijn open, maar hij ziet niks. Ook anderszins neemt hij van alles waar zonder dat er iets tot zijn bewustzijn doordringt. Maar, hij krabbelt blijkbaar langzaam weer op, heeft net genoeg energie om te melden dat hij in die situatie zit. Maar erg hoopvol over herstel is hij niet blijkend uit de slotzin. Een beeldspraak is bijvoorbeeld dat hij aardig is opgefleurd.

      Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.