Hij kwam uit Frankrijk omdat zonderling
peinzend God’s doeleinden hem verontrustten,
reizende met zichzelven: Hölderlin
zeggend tegen de bloemen die hij kuste.
Sedert was hij alleen. In zijn verrukking
schuwt hij zijn moeder, maar met zijn bedeesde
glimlach en een voortdurende mislukking
van handen wil hij troosten die hij vreesde.
Toen stierf zijn moeder en zijn goede vrienden,
zijn deuren vielen toe. In vreemde rijken
weet hij zich beurtlings heerscher en bediende,
met koningen rondom als zijn gelijken.
En Hölderlin stierf onophoudelijk
veertig jaren in dit zonderling leven.
Met den dood heeft hij zich eenvoudiglijk,
willoos maar verwonderd overgegeven.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.