Lijkklacht bij een zoëven geopend graf – Gerrit Komrij

‘Wat doodalleen zijn wij,’ denk ik, ‘wat giert de
Bulderbast om ’t graf. ’t Is àl verloren werk…
Te zien hoe ijdel hier zijn hulsel rentenierde…
Het is mij droef te moe. Des ochtends, in de kerk,

Toen hij begraven werd (’t is jaren her) dacht
Ik: de Dood komt met violen. En ik verkoos
Bij U verzameld te worden. En ik verwachtte
’t Allerinnigst, dat was vreugde voor altoos.

Doch nu, nu ik u zie… Enkel de huivering
Resteert, en ’t tempeest. Het is mij akelig.
‘Wat is het voor een godverlaten lotverwisseling,’
Denk ik, ‘daar je als sterveling op hopen mag?’

Over Gerrit Komrij

Share

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.