Maandag
is Kalmpjes-aan-dag.
Dinsdag
is Kom-ik-begin-’s-dag.
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
De bomen roesten in het zieke licht
langs somber in zichzelf gekeerde grachten.
In wilde, stormdoorvlaagde regennachten
vertoont de maan een bleek, behuild gezicht
Belofte niet helemaal ingelost
Joost de Vries (1983) is redacteur bij De Groene Amsterdammer. Als romanschrijver en essayist timmert hij flink aan de weg. Met zijn tweede roman, De republiek, won hij de Gouden Boekenuil. Onlangs verscheen de opvolger, Oude meesters.
Het grootste drama van de broers Sieger en Edmund van Zeeland is dat ze in de verkeerde tijd zijn geboren.
Edmund zou anderhalve eeuw geleden op zijn best zijn geweest, toen je nog in je eentje een continent kon veroveren of de bron van de Nijl kon ontdekken. Nu reist hij van cruiseschip naar vijfsterrenhotel, dromerig op zoek naar iets betekenisvols. Pas als hij een vage, geladen vriendschap aangaat met zijn broers al dan niet weggelopen vrouw Sarie, voelt hij zich verleid zich ergens aan te verbinden.
Sieger leeft in zijn hoofd in de tijd dat de krant een Deftige Meneer was en journalisten nog vertrouwd werden. Net als zijn krant aan de zoveelste populariserende restyling begint, is hij de enige getuige van een aanslag op een Russische politicus: een scoop die zo groot is, dat hij hem met niemand wil delen. Ook als dat betekent dat hij alle veiligheidsdiensten en complotdenkers van Europa achter zich aan krijgt.
Oude meesters schakelt speels van familiedrama naar satire, van thriller naar romance, terwijl zich een groots, enerverend verhaal ontvouwt over heerszucht en compassie, kennis en onvermogen, vertrouwen winnen en liefde verspelen, en over het privilege van mannen die ervan uitgaan dat de wereld zonder meer van hen is - en de vrouwen die het daar niet direct mee eens zijn.
Het beste voor het laatst bewaard
Na het daverende einde van de ijzersterke Oslo trilogie is het altijd spannend om te zien of een auteur het hoge niveau weet vast te houden. Het zesde deel in de reeks met Harry Hole in de hoofdrol heet De verlosser. Weet Jo Nesbø weer uit te pakken?
In het besneeuwde Oslo staan de kerstdagen voor de deur en hoopt iedereen op de komst van een verlosser, een nieuwe leider, een nieuwe liefde. In plaats daarvan krijgen de inwoners twee moordgevallen te verwerken. Eerst wordt in een container het lichaam van een junkie gevonden, en vervolgens wordt een vooraanstaand lid van het Leger des Heils midden in Oslo neergeschoten. Politiecommissaris Harry Hole, die zelf zijn redding zoekt in een fles whisky, bijt zich vast in de moordzaken en ontmoet daarbij de jonge en kwetsbare heilsoldate Martine. Terwijl hun liefde opbloeit wordt het onderzoek ingewikkelder, zeker als blijkt dat er een huurmoordenaar bij betrokken is die zijn gezichtsspieren zo kan manipuleren dat hij vrijwel onherkenbaar is.
Elke week de mooiste, bekendste en anderszins belangwekkende citaten die ik in leesvoer ben tegengekomen.
Toen deze week de ECI Literatuurprijs werd uitgereikt aan Koen Peeters was ik lichtelijk verrast. De concurrentie was stevig en op basis van reputatie en voorbeschouwingen had ik een andere winnaar verwacht. Mooie shortlist trouwens, met boeken die mij stuk voor stuk aanspreken en die inmiddels op mijn leeslijst zijn beland.
Maar hoe zie het nou met die prijs door de jaren heen?
De regenkoning sprak (en gelovig waren mijn oren):
‘Hier heb ik de vrouw: gevlamde anus,
Borstknop en navelachtige nachtschade,
Daar kan geen sterveling tegen.’
Toen brak
Het rijk der onderhuid aan splinters.
Ziet u dat Europese meubelstuk bij uitstek, walnoot,
kandelaars, gebouwd door Stephan Hain in Krefeld
voor de in statisch wilhelminisch zonlicht badende salon
van een morsdode dame in een allang verteerde japon?
Ik schrijf omstreeks 1910 en terstond zie ik zo’n stijve
mevrouw met een gouvernante, een gedichtenschrift
Ach rode geranium wel-vertrouwd,
Ach lieve lobelia blauw,
Waarom gij mij toch zo droevig beschouwd?
Voor wie draagt uw gezicht, in ’t morgenlicht
Die schittertranen van dauw?
November is een huis om te bewonen
wanneer het water in de sloten stijgt,
beveiligd voor bedenksels en demonen
en het gespuis dat uit de vlierboom dreigt.