Bij de gemeentekist van mevrouw P. – Menno Wigman

Slaapt ze? Ze slaapt. Na drieëntachtig jaar,
driehonderdvijfenzestig keer per jaar.
haar haar gekamd te hebben, op ik weet niet hoeveel
schoenen door de stad te zijn gelopen,
steeds maar weer die veters, vorken, lepels,
mensen, wat voor mensen, waar dan, slaapt ze.

Lees verder

Share

kroegplaat – Bert van Raemdonck

Een man heeft net een nieuwe nummerplaat gekregen,
belt nu naar huis om alles drie keer te dicteren
Een blonde tiener praat al vijf minuten met zijn buurvrouw
zonder één keer naar de wijnvlek op haar linkerwang te kijken
In de hoek zit een gezin waarvan er bij de moeder
drie of misschien vier tanden ontbreken

Lees verder

Share

De bruid – Jan Prins

De lucht, over de jonge dag,
Was helderder dan ooit.
Iets ongewoon-verblijdends lag
In weide en veld gestrooid.
De torenklok zong, wat ze kon,
De vlaggen staken uit:
De bruigom was de lentezon
En Holland was de bruid.

Lees verder

Share

Analogie – Coenraedt van Meerenburgh

“Wij allen zijn als bloemen van één tuin”,
Tot welke god je bidt kan mij niets schelen,
Geen eigenschap of kleur mag ons verdelen,
Al ben je gay, straight, wit, geel, zwart of bruin.

Zo’n tuin, welk aardig mens wil dat nou niet?
Maar zorg dan wel dat je het onkruid wiedt.

Share