De kruistocht der dieren – H.H. ter Balkt

Op een dag openden de hokken en de holen
Naar buiten kwam de holenbeer de mammoet de zeevarende
aalscholver, cormorant in verzen, de witkopgier
de steenbok uit de bergen, de dolkdragende haai
Je kon aan hun snuiten zien dat het ernst was
Je kon het horen aan hun vleugelslag en hun gebrom
Ze hadden afgelegd hun verootmoediging, neergeworpen hun juk
eertijds opgelegd door die geheimzinnige held van Adam
die met zijn tuin
Ze hadden er kort en goed tabak van
En afgeworpen lag de moraal van het jachtgeweer
het afgestroopte vel van de vlucht verbleekte
De adder liep rechtop en het zwijn droeg polaroid glazen
die hem een aangenaam uiterlijk gaven. De bevers
knaagden telefoonpalen om en verbraken zo iedere communicatie
Wat te voorspellen was, voorop ging de leeuw zwart zwart
als zwart goud en goudkleurig als diepzwart
Het was een schitterende stoet, oogverblindend
Achteraan de eenhoorn als vermist opgegeven, de dodo de trekduif
alsmede de virussen en de uitgelaten spermatozoïden
Zo trokken
de heilige dieren door de heilige wereld

En weten jullie ook hoe of waarom?
O nee, ze trokken zo maar wat, ze hadden geen vlag!
Verscheurden soms van blijdschap een wet
of molken een stad uit
Vertrapten af en toe een Jezus
of velden een profeet of een prinses
Ze werden langzaamaan toch moe
Haast was niet meer nodig
De eendagsgoden verlieten het vuur

Over H.H. ter Balkt

Share

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.