1
De stad
rilt
onder zijn asfalt.
Ik steek al je lampen aan bij daglicht
om naar de stilte te luisteren.
Oorsuizingen van asters
narcissen
bloemen voor mijn broer –
Ik heb een voor een mijn bloemen gedoofd
om naar je oren te luisteren. – Luister maar:
je leeft,
zo zachtjes als de duif die men kan horen koeren op het Weteringcircuit
de éne voet die schuifelt,
de éne nek
die zich omdraait
en knarst.