Er staat in mijn hart een boompje gegroeid,
De wortels zijn bloedig rood,
Maar de bloesems zijn, als het boompje bloeit,
Sneeuwwit langs de tengere loot.
‘s Nachts droom ik van vogels en laaiend vuur
En hoor verward gekras,
Maar een lied rijst in het morgenuur
Als een feniks uit as.
En van de liefde verbleekt het rood
Tot de smetteloosheid van het kind —
Er is een zuiverheid van de dood
Die reeds in het leven begint.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.