O blauwe maan-kou
van dees norschen nacht,
‘of ik dood gaan zou
bedroefd en veracht;
elke star brandt kwaad
als een ziek zijp-oog;
‘t metaalkoud land haat
ik van den maan-boog;
maar vriendlijk God waakt
in mijn klein, zeer hart;
als het donker lot naakt
blijf ik dan benard?
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.