Omverre moet het al!
omverre moet het, even
dat eeuwen staande was,
of eerst begon te leven:
de tijden zijn gekeerd,
eene andere eeuwe naakt,
die, blinkende, in den oost,
de menschen tegenblaakt!
Verwaanden! En, nochtans
zie ’k zonne- en maneschijven,
zie ’k sterren ongeroerd
en onveranderd blijven;
zie ’k menschen, goede en kwa,
hunne oude lompen aan;
zie ’k sterven, altijd voort,
en lijken henengaan.
Elk lijdt: omhooge, omleege,
onschuldigen, gestraften,
manhafte lieden, wijze,
onwetende, onmanhaften:
geleerde hanen ook,
die kraaien: ‘Alles moet
omverre!’ doen bijna
zoo Jan, die dom is, doet.
‘k Zie één verandering:
de menschen loopen heden,
al ’t gene omhoogehielp
onachtzaam afgesneden,
hun hoofd omleegewaards,
ten nieuwen val bereid,
den nieuwen afgrond in
van hun’ hooveerdigheid!*
—
Ik heb een vraag: Is dit echt een gedichtje van Guido Gezelle?
ik wens U een jaar
Als een alfabet
Met alle letters van A tot Z
Van arbeid, blijheid en
creativiteit
Tot zegen, zon en zaligheid.
Ik heb het ook bij andere websites nagekeken; ook Neerlandistiek.nl en Gedichten.nl wordt Guido Gezelle als de maker van dit gedicht genoemd.