Valencia lokt hem naar haar kathedraal
ontbloot voor zijn ogen het hart van de stad
haar gotische poort en haar heilige graal
die eenmaal gevonden geen waarde meer had.
Hij hangt de toerist uit en kuiert langs pleinen
die aangenaam stralen in laatwinterlicht
kust andere borsten en denkt aan de mijne
die wit zijn en heilig en altijd uit zicht.
En ik die al veertien jaar woon in gezangen
mijn liefdesverklaringen schreef in de wind
vanwaar raak ik plots in de ban van dit wrange
besef dat ik mij op een tweesprong bevind?
En hoe kom ik af van dit bange verlangen
naar rijtjeshuis, echtgenoot, kind?
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.