Ik was toen dertien, weinig nog was er kwaad
in het klokhuis van mijn stem,
wel joeg ik zonder veel woorden
des daags in het voetspoor der liefde.
maar de nachten
overwinterd aan de horizon van de slaap
bleven in het wisselvallig klimaat der kinderen,
spelen, bang zijn en een nieuw zakmes.
Te jong voor de grootspraak van het lichaam
leefde ik zeer eenvoudig, een helder ding
passend bij gras en bij dieren.
Ik liep maar het liefst
in de ondiepe ernst van het zand
achter de laatste huizen,
de wereld was maar een uur
en beter dan nu, veel beter.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.