Wij herdenken onze doden
Onze eigen stille tocht:
Het zijn niet alleen de regels
Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.
Het is zoveel meer:
Gedichten
Een koninkrijk op de groei – Wibo Kosters
langs ons huis komen en gaan de treinen
levenslijnen in de handpalm van een reus
IJsselopwaarts lopen pelgrims fietspadasfalt
vind je Jacobsschelpen slechts gebroken in het zand
Herfstliedje – Daan Zonderland
Hoe klapt de laatste rode roos.
Hoe weent de gaffel bitter.
De laatste herders hoeden doos,
En hijgend gast de fitter
Het alvlees kliert, het schild kliert mee.
Het kleine smal deelt vier door twee.
De ree kent ook haar wel en wee
En dit zij haar vergeven.
Want, duizend schoon de zweze rikt,
De ooie vaart waar medem blikt,
En zo vervliet het leven.
Zo’n ochtend – Onno-Sven Tromp
Het was zo’n ochtend dat de wereld wel
een warboel leek, waarin er om mij heen
zo veel rumoer te horen was, dat geen
geluid erbovenuit kwam. Elke tel
Een herfstlied – Anna Enquist
Wanneer de herfst komt de opluchting. Men is tot in de grond
vermoeid en leeggegeten, heeft te weids en onverhoeds gebloeid.
Wie luistert beluistert de schrille zang van angst onder koepels
van zomerzon. Het lichaam ligt verdoofd op het zand; wie durft
weet dat hij wacht, op lucht.
Beknot – Femke Vindevogel
vroeger omzoomden populieren de rivier
met de wind mee bogen ze zich
als geduldige legers over het water
zoals hij eertijds boog over mijn wieg
Zo iemand die alles onthoudt – Esther Jansma
Iemand die iedereen is op momenten
dat men zowel een dame is als slordig wordt
rondgebonjourd door de wind van gemis
denkt de dingen bij elkaar, met elke stap
Nazomer – Lucebert
ik heb in het gras mijn wapens gelegd
en mijn wapens gaan geuren als gras
ik heb in het gras mijn lichaam gelegd
mijn lichaam is geurig als hout bitter en zoet
Ik ben het gras en lig in de zon – Peggy Verzett
Ik ben het gras en lig in de zon
en sta op het punt om
een zonsopgang op te slaan onder 4 tiktakpoten (zo’n kwartet)
kniel als niemand ziet lig ik op het geduld van een anoniem kanaal
hoe m’n liggende duur lijkt uitgestald maar
drijft in niets, geen onderwerpen, in te vullen water
zo nietig
kniel ik voor doden en ongeborenen, bewaren