De zomer kan me gestolen worden – Jan Wolkers

I

De zomer kan me gestolen worden.
fris groen verschrompelt zinderend tot as.
Mijn vader die vurig gelooft
Dat God zijn goudrenetten stooft
In zonlicht van miljarden jaren oud.
De larf vreet zich tot worm des verderfs,
Begeerlijk vruchtvlees roest tot op het bot,
Het klokhuis wordt een tongewelf van smet.
De ledigheid van liggen in het gras,
De zonnebrand van Onans stuifmeel,
Verkleeft tot donorgift op het gewas.
Op blote voeten zijn de sintels scherp,
De boetedoening is geen vorm van straf,
Een legpuzzel van woede stroomt de helling af.

Lees verder

Share