Wat verroert zich daar in de rogge?
De rogge beeft
Het is de oostenwind, die golft door het koren.
De rogge beeft.
Gedichten
Werkster – Gerrit Achterberg
Zij kent de onderkant van kast en ledikant,
ruwhouten planken en vergeten kieren,
want zij behoort al kruipend tot de dieren,
die voortbewegen op hun voet en hand.
Programma – Tom Lanoye
Weet ik veel hoe poëzie eruit
moet zien. Niet dat statische,
dat uniforme. Daar hou ik niet
zo van. Dezelfde toon herhaald
tot in den treure, en dat dan
‘vormvastheid’ noemen, of ‘een
eigen stem’ dat soort gelul.
Nee, daar hou ik niet zo van.
Door de dood – Joris Miedema
in een interview zei een dokter
dat de dood niet zozeer een staat is
maar een ruimte
waarin je verkeert
je kunt er jaren in doorbrengen om jezelf
en anderen te vergeven
er staat een stoel voor je klaar en een tafel
waarop een pakje sigaretten ligt
Onvervreemdbaar – Ida Gerhardt
Dit wordt ons niet ontnomen: lezen,
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.
Dame met hoed – Hester Knibbe
Zij aan de andere kant van de tafel
draagt haar hoed als een wapen
waarmee ze de vingerafdruk van de jaren
elegant overschaduwt. Was ze een
Angst voor geluk – Willem Wilmink
Soms in de nacht als je naast me ligt,
als je naast me ligt met je meidengezicht,
dan heb ik je weer zo lief.
En ik denk met trots aan ons kleine gezin,
en ik denk: er zit wel samenhang in,
het biedt wel perspectief.