Om vier uur opgestaan. De nok van dit dak
heroverd. Op slag beginnen fluiten als een
gek. Pas opgehouden toen iedereen hier
zijn plaats weer leek te kennen. Vervolgens
Gedichten
Het ei – Jaap Fischer
Ik kocht een ei, de melkboer zei
‘t Komt zo onder de kip vandaan
Ik ben nog te laat van huis gegaan
Om het mee te kunnen nemen
Hier heeft u een jong leven
Voor zestien cent of meer
En namens de ouders: Smakelijk eten, meneer
Paasgepeins – Hens Clinge Doorenbos
Pa was éérste Paasdag jarig,
en de twééde Paasdag Ma;
Daardoor was ‘t die Paasdag Ma’s dag,
Schoon ‘t ook Paasdag was voor Pa.
Pa’s feest was dus dubbel Paasfeest,
En ziet, Ma’s feest dat was Paas;
(‘k Meen: op Ma’s feest was het Paasfeest,
Want Ma’s feest valt niet op Pa’s.)
En ik weet nog goed wat Pa zei,
toen Ma’s kip een Paasei lei:
Pa zei: ‘t Paasei is niet pa’s ei!
Ma zei: Paasei is van mij.
Pa zei: Ma zei dus, dat Ma’s ei
Paasei was, maar niet voor Pa;
Ma zei: Ma’s ei is Ma’s Paasei
en Pa’s ei is óók van Ma.
De jas – Wim Brands
Maar eerst is er een oude jas. Nu hangt hij
aan de kapstok, binnenkort wordt hij
verbannen naar het hok.
Kortom – Ester Naomi Perquin
ik herinner me wel de sneeuw,
de Karelsbrug in Praag, hoe jij –
hoe jij tot op vandaag lacht om
iets dat ik niet zag, wat vlokken
van mijn schouder slaat.
De kunst van feesten – Menno Wigman
De kunst van feesten
is de kunst je als een kenner te vervelen
en langzaam, slok na slok, de doffe streken
van het daglicht te vergeten, is de kunst
Interieur – Jean Pierre Rawie
In dit met boeken volgestouwd vertrek
Heb ik steeds minder anderen van node,
met al mijn aan de dood ontstegen doden
iedere nacht stilzwijgend in gesprek.
Meubelboulevard – Ingmar Heytze
Ik ben bang dat iedereen hier is gemonteerd
met zo’n sleuteltje op een grauwe maandag
tot bloedens toe in model geschroefd met
de tekening ondersteboven en achteraf
nogal wat onderdelen over
Night – Francis William Bourdillon
The night has a thousand eyes,
And the day but one;
Yet the light of the bright world dies
With the dying sun.