Het geheugen is tot wonderlijke dingen in staat. Herinneringen worden verdrongen, komen terecht in een al dan niet permanent gesloten laatje, worden verfraaid. Leugens worden waarheid en omgekeerd. Met deze thematiek speelt Alex Schulman een geraffineerd spel in De overlevenden.
De witte tijger is een bijnaam van Balram Halwai die hij tijdens zijn schooljaren kreeg wegens zijn uitzonderlijke prestaties. De inspecteur: “Jij jongeman, bent een intelligent, eerlijk, levendig kereltje tussen een stel boeven en idioten. Wat is in elk oerwoud het allerzeldzaamste dier, het schepsel dat maar één keer per generatie verschijnt”? In de debuutroman van Aravind Adiga benut de hoofdpersoon deze kwaliteiten ten volle, hoewel de kwalificatie eerlijk niet geheel terecht zal blijken.
Een vrouw van midden veertig die een roman schrijft over een mannelijke puber die worstelt met zijn gevoelens, het ontdekken van zijn seksualiteit en met de onbeantwoorde liefde voor zijn vader. Gezien alle recente heisa is de vraag gerechtvaardigd of dat in deze tijd niet tot ophef zou leiden. Want hoe is het mogelijk dat zo’n vrouw zich kan inleven in zo’n hoofdpersoon? Wat weet zij nou van mannelijke gevoelens? Het kan, het kan zelfs bijzonder goed zo bewijst Elsa Morante in Het eiland van Arturo. Deze roman zorgde ervoor dat zij in 1957 als eerste vrouw werd bekroond met de prestigieuze Premio Straga.
De reclamewereld is een ideaal onderwerp om te parodiëren. Een van de geestigste en meest treffende was van de mannen van Jiskefet, over het fictieve reclamebureau met de prachtige naam Multilul. Bruno Vanspauwen heeft zelf een behoorlijke loopbaan achter de rug in de wereld van reclame en marketing en heeft met Bubbel een verhaal geschreven dat die wereld op de hak neemt.
Een beklemmender omgeving dan een vuurtoren midden op een onberekenbare zee, bemand door drie mannen, is nauwelijks voor te stellen. De mannen kunnen geen kant op en vertoeven weken aan een stuk in elkaars nabijheid. Als zij daar niet zijn moeten zij wonen in een apart hoekje van een kleine, afgelegen plaats. Hierdoor zijn zij in de paar weken dat zij vrij zijn wel even weg van hun collega’s maar in de buurt van hun eigen en de andere echtgenoten. Het zou een wonder zijn als er in zo’n omgeving geen spanningen ontstaan. Zulke wonderen bestaan niet. Dit is de entourage van het beklemmende De lichtwachters van Emma Stonex.
Het is een bekend verschijnsel dat als een zintuig niet of niet goed functioneert andere zintuigen des te sterker werken. Gerald Murnane heeft nooit kunnen ruiken. Het zou kunnen verklaren dat zijn beschrijvingen blijk geven van veel gevoel voor detail. Zijn (vooralsnog?) laatste boek Grensgebieden is daarvan een uitstekend voorbeeld.
Soms lees je in een roman iets dat zo bizar is dat het welhaast verzonnen moet zijn door iemand met een bijzondere fantasie. In ARC van Richard Osinga lees je over een sekte met rituelen waarbij een gevoel van walging nauwelijks valt te onderdrukken. Het gaat om de Aghori. Zij smeren zich in met as van overledenen en gebruiken schedels als drinkbeker. Dit zijn slechts de minst bizarre rituelen. De gedachte die erachter zit heeft te maken met het bereiken van een zekere mentale staat. Kort door de bocht: het geheugen raakt gevuld met de ervaringen van de gestorvenen. Het frappante is dat het geen fantasie is. Deze ascetische gelovigen bestaan. Varanasi, een plaats die ook in dit boek een voorname rol speelt, is het belangrijkste pelgrimsoord.
Dystopie over klimaatverandering en een politieke omwenteling
Soms word je geattendeerd op een schrijver die een behoorlijk oeuvre heeft nagelaten maar van wie je nog niet eerder had gehoord, laat staan een boek van hebt gelezen. Het gaat om Harry Kalmer, een Zuid-Afrikaanse auteur, geboren in 1956 en overleden in 2019. De laatste roman van zijn hand is In een land zonder vogels. De titel geeft al aan dat het zich in een naargeestige omgeving afspeelt, een omgeving waaruit de vogels van de ene op de andere dag verdwenen zijn.
Het komt vaker voor dat personen die werkelijk hebben bestaan een rol spelen in een fictief werk. De morsecode van Nathalie Briessinck is nu het tweede fictieboek achtereen dat ik heb gelezen waarin dat gebeurt. In dit geval is het niet moeilijk te raden om wie het gaat: Samuel Morse, de uitvinder van de naar hem genoemde code.
De tijden zijn veranderd, de scherpe kantjes waren eraf maar worden weer scherper. De nietige miljoenen van Jess Walter gaat over maatschappelijke tegenstellingen die er, ruim een eeuw nadat dit verhaal zich afspeelt, nog steeds zijn. Het is de eeuwige strijd tussen ondernemers die zich alles kunnen permitteren en werknemers die je met meer gevoel voor verhoudingen loonslaven kunt noemen. De titel slaat op laatstgenoemden, het speelt zich af aan het begin van de twintigste eeuw in de mijnstad Spokane, in het noordwesten van de VS.