Je nam beleefd je hoed af voor dat vreugde-
Vuurtje. De hele nacht door was het lente.
Het brandde, brandde tot je niet meer deugde.
De mensen! Hun gezicht! En hun pigmenten!
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
Je nam beleefd je hoed af voor dat vreugde-
Vuurtje. De hele nacht door was het lente.
Het brandde, brandde tot je niet meer deugde.
De mensen! Hun gezicht! En hun pigmenten!
Prachtige, gevarieerde verhalen
Met zijn debuutroman De sympathisant won Viet Thanh Nguyen verschillende prijzen, waaronder de Pulitzer prijs voor fictie. In het Nederlandse taalgebied heeft hij met dat boek vooral veel sterren geoogst maar het lijkt erop dat het boek (nog) niet veel is gelezen. Inmiddels is zijn tweede werk uitgebracht, de verhalenbundel De vluchtelingen. Het is een prachtige bundel, het is te hopen dat de animo voor deze schrijver groter wordt, hij verdient het!
In De vluchtelingen geeft Viet Thanh Nguyen een stem aan alle mensen die zich tussen twee werelden bevinden, tussen het geadopteerde vaderland en het geboorteland. Nguyen vertelt ons onder meer over een jonge Vietnamese vluchteling die een ernstige cultuurschok oploopt als hij met twee homoseksuele mannen in San Francisco gaat wonen, over een vrouw wier man aan dementie lijdt en haar begint te verwarren met een vroegere geliefde en over een meisje in Ho Chi Minh Stad van wie het oudere halfzusje terugkomt uit Amerika en schijnbaar alles heeft bereikt wat zij nooit zal doen.
De vluchtelingen is een prachtig geschreven boek over de ambities van degenen die het ene land verlaten voor het andere, en over het verlangen naar zelf¬ontplooiing en nieuwe relaties, dingen die zo bepalend zijn voor ons leven.
Ze glipten ons onder de armen
door hun laatste zon achterna.
We wilden nog vragen: wat zie je daar dan
en is het een licht of een zwart?
Het springzaad knapt, de brempeulen
knallen open en jij ligt er in je wieg
als een popelend boontje bij.
Rooie Sien was lang geleden,
door een auto aangereden,
en nu trok ze met haar bek,
en was ook een beetje gek.
Hypnotiserende en onthutsende vertelling
Het huis van de drenkelingen van Guillermo Rosales is weer een bewijs ervan dat een boek niet dik hoeft te zijn om een onuitwisbare indruk achter te laten. Rosales was Cuba ontvlucht en kwam in de VS terecht. Het verhaal dat hij heeft opgetekend heeft een sterk autobiografisch karakter. Het is het relaas van een geboren balling; iemand die welk land dan ook zou zijn ontvlucht, iemand die zich slechts thuis voelde in het huis van de literatuur en poëzie en daarbuiten weinig contacten had. Slechts een enkele geestverwant kon tot hem doordringen.
Het huis van de drenkelingen is een reis naar de donkerste hoeken van het menselijk bestaan. In een opvanghuis voor psychiatrische gevallen in Miami wordt de schrijver William Figueras opgenomen, in penibele mentale toestand. Het is alsof William de hel binnenstapt: vernederingen, verwaarlozing, fysiek geweld, misbruik, corrupte opzichters. Figueras legt het gortdroog vast, ook zijn eigen gedrag. Zijn dromen over Fidel Castro zijn humoristische flitsen in deze inktzwarte duisternis. Deze moderne klassieker uit de Cubaanse literatuur, vond door de tragische levensloop van de auteur pas laat zijn weg naar een internationaal publiek.
Bij dag slaagt men erin om te vergeten
hoe diep zich de verraderlijke pijn
sluw als een slang in ’t hart heeft vastgebeten.
Bij dag slaagt men erin gewoon te zijn
Tijl als verbindend element in plaats van hoofdrolspeler
Tijl. Deze naam is een begrip, er zullen weinig mensen te vinden zijn die deze voornaam niet automatisch kunnen voorzien van de achternaam Uilenspiegel. Er is al heel wat over deze fictieve figuur geschreven, Daniel Kehlmann doet ook een duit in het zakje maar op een geheel eigen wijze. Het gaat deels over dit personage, maar vaker speelt hij slechts een bijrol of een rol op de achtergrond.
Tijl Uilenspiegel, legendarisch entertainer en provocateur, staat er alleen voor wanneer zijn vader in conflict komt met de Kerk en door de fanatieke jezuïeten Tesimond en Kircher ter dood veroordeeld wordt. De jonge Tijl, rebels, tegendraads en met een groot gevoel voor rechtvaardigheid, verlaat zijn geboortedorp, vergezeld door bakkersdochter Nele. Op hun reizen door Europa jut Tijl mensen hilarisch op en wordt hij de nar van de naar Den Haag gevluchte koning Frederik van Bohemen. Samen met diens vrouw Liz trekt Tijl ten strijde.
Eens kende ik een meisje, en haar voornaam luidde Ank
Ze woonde heel geriefelijk, ze werkte op een bank
Haar uiterlijk was goed verzorgd, haar silhouet was rank
Haar tierenheid was goeder en haar moedigheid was lank
Toen kwam ze in contact met de gewoontedrinker Hank
Nu is ze uitgezakt en ze verspreidt een scherpe stank
Geen doel meer in het leven en geen brood meer op de plank
En mensen, dat komt alles ongetwijfeld van de drank
Gemengde gevoelens
Journalist, dichter en schrijver Filip Rogiers is niet heel bekend. Toch zijn inmiddels van hem enkele romans en bundels verschenen, die redelijk zijn ontvangen, maar door lezers vrij gemiddeld worden gewaardeerd; weinig uitschieters naar boven, noch naar beneden. Voor prijzen komt hij wel in aanmerking: voor zijn journalistieke werk is hij in 2017 beloond, voor zijn verhalenbundel Nauwelijks lichaam ontving hij in 2012 de Debuutprijs. Daarnaast heeft hij enkele nominaties in de wacht gesleept. Angel is zijn nieuwste roman.
Marville, Noord-Frankrijk. In de plooi van de jaren vijftig en zestig daalt een legervliegtuig log en loom neer uit de wolken. Op het tarmac van de NAVO-legerbasis wacht de Canadese soldaat Nathan op zijn jonge en zwangere bruid Margret. Er werd hun een nieuw, spannend leven beloofd. Er is wel oorlog, maar die heet koud en de vrede is broos, maar verzekerd. Tot het vliegtuig landt en de droom van Nathan en Margret uit elkaar spat. Niets houdt stand in de beloofde nieuwe wereld. Margret keert kinderloos terug naar huis, Nathan blijft in Marville. Hij hertrouwt met Emilie, ze krijgen samen een zoon, Alain. De toekomst begint dan toch nog, verlaat en gehavend. Angel is het verhaal van mensen die trachten te vergeten wat nooit vergeten kan worden. 'Vegen we niet allemaal onze scherven bij elkaar, ooit?' vraagt Alain zich af. Hij puzzelt het verleden van zijn vader bij elkaar. De zoektocht begint op het kerkhof van Marville en eindigt in Amerika.
Rogiers schetst op gevoelige wijze hoe de tijd dolt met de mens. Wat weten we ooit echt van de gebeurtenissen die onze tijd markeren? Hoe verhoudt het nieuws van gisteren en vandaag zich tot ons eigen bestaan? 'Tijd verandert geen feiten meer, wel de vragen die we ons stellen.'