Pastiche op de vele sentimentele poëzie uit die tijd.
Duizendtallen oceanen
Zijn in ’t eindloos wereldmeer
Van mijn bittre weemoedstranen
Slechts een droppel en niets meer.
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
Pastiche op de vele sentimentele poëzie uit die tijd.
Duizendtallen oceanen
Zijn in ’t eindloos wereldmeer
Van mijn bittre weemoedstranen
Slechts een droppel en niets meer.
Niet in alle opzichten geslaagd
“We leven in een wereld vol afleiding. Maar wat betekent het eigenlijk als onze aandacht wordt afgeleid?”. Dat is de vraag die Damon Young probeert te beantwoorden in Afgeleid. Wat is waardevol, wat kun je doen om dat te bereiken? Het gaat hem om vrijheid, niet in juridische zin, wel in mentale zin. Hoe dat te bereiken?
In Afgeleid behandelt de Australische publieksfilosoof Damon Young een voor iedereen zeer herkenbaar “probleem”. Voortdurend worden we afgeleid – iedereen kent dat gevoel. Niet alleen door e-mails en social media, maar ook door mooiere banen, mannen of vrouwen dan de onze. In Afgeleid betoogt Damon Young dat dit meer is dan een kwestie van te veel prikkels. Het is een kwestie van waarden.
Hoe we ons beter kunnen focussen op wat er echt toe doet, laat Young zien aan de hand van grote geesten als Henri Matisse, Karl Marx en Seneca. In prachtig proza schetst hij zo een perspectief op een vrijer leven.
Een nieuwe rubriek. Elke week de mooiste, bekendste en anderszins belangwekkende citaten die ik in leesvoer ben tegengekomen.
Een herfstdag tegen Allerzielen,
het was niet anders dan het was
de zon, de bladeren die vielen,
het hek, de zerken en het gras.
Te veel van het goede
Met zijn debuut Wat het hart kan horen maakte Jan-Philipp Sendker een overtuigend debuut als romancier. Het succes heeft hem blijkbaar aangespoord om korte tijd later een vervolg te publiceren. Het is de vraag of dit werk, De stem van het hart, diens voorganger kan evenaren en of het net zo succesvol zal zijn.
Er is bijna tien jaar verstreken sinds Julia Win als een ander mens terugkeerde uit Birma, het geboorteland van haar vader. Ze vond er een broer en raakte bezield door een prachtig liefdesverhaal. Maar het gewone New Yorkse leven is doorgegaan en ondanks haar succesvolle carrière als advocaat in Manhattan, is Julia niet gelukkig. Haar vriend heeft haar onlangs verlaten en haar riante salaris kan niet goedmaken dat ze geen voldoening uit haar werk haalt. Julia voelt zich verloren en uitgeput.
Dan ontvangt ze een raadselachtige brief van haar broer U Ba. Kort daarna begint een innerlijke stem tot haar te spreken, wat haar zeer in verwarring brengt. Door deze gebeurtenissen besluit ze terug te keren naar Birma; niet alleen om haar broer bij te staan, maar vooral ook om de onrust in haar hoofd te sussen. In Birma ontmoet ze een moeder wier leven een dramatische wending kreeg door de onafhankelijkheidsoorlog, waarin ze een onmogelijke keuze moest maken. De ontmoeting tussen Julia en de Birmese vrouw is voor beiden het begin van een reis vol zelfontplooiing, liefde en vergeving.
Alles klopt in kunstzinnig misdaaddebuut
Jo Claes was al ruim voorbij de vijftig voordat hij zijn eerste misdaadroman schreef, De zaak Torfs. Hij had al heel wat goed verkopende andersoortige boeken uitgebracht zoals over mythologie en iconografie. Daarnaast doceert hij in het voortgezet onderwijs. Ervaring genoeg, flink veel bagage en dat geeft hem blijkbaar voldoende rust en vertrouwen om een degelijk, sereen, evenwichtig en intelligent misdaadverhaal te produceren.
De Leuvense kunstexpert Pieter Torfs wordt benaderd door een bloedmooie vrouw, Christina Jonckheere. Zij wil Torfs inhuren voor een expertise op een onbekend werk van de laatmiddeleeuwse schilder Martin Schongauer.
Torfs, die een passionele maar bizarre verhouding heeft met zijn assistente, vermoedt dat er iets niet pluis is met het schilderij. Toch aanvaardt hij de opdracht als blijkt dat Christina Jonckheere in meer geïnteresseerd is dan in een louter zakelijke relatie.
Na een degelijk wetenschappelijk onderzoek schrijft Torfs een echtheidscertificaat uit en wordt het werk voor een fortuin verkocht. Twee weken later bengelt hij aan een koord in zijn huis. Zelfmoord op het eerste gezicht.
Hoofdinspecteur Thomas Berg bijt zich vast in het onderzoek en ontdekt dat er van zelfmoord geen sprake is. Als enkele dagen later een tweede slachtoffer valt, zit de anders zo rustige universiteitsstad plots opgezadeld met een dubbele moord.
Onze verwekker heeft zijn nageslacht
voorgoed verlaten, mijn broeders H en
J en ik korten de nacht in de zware
fauteuils voor de visite, in de duistere
suite zijner gedachtenis.
Prachtig, onvergetelijk verhaal
De telescoop van Schopenhauer: probeer vijftig jaar in de tijd te reizen en kijk dan door een omgekeerde telescoop naar jezelf, om met de wijsheid van achteraf, beslissingen in het nu te nemen. Dat is de kern van het gelijknamige boek van Gerard Donovan. De vraag komt aan de orde tijdens het langdurige gesprek tussen de twee hoofdpersonen.
Het is oorlog, het sneeuwt en het is ijskoud. Vrachtwagens met menselijke lading rijden af en aan. Een eenvoudige dorpsbakker graaft een gat, terwijl een leraar toekijkt. De leraar hoort de bakker uit. Wat weet hij over geschiedenis, wat over filosofie, en wat kan hij hem vertellen over liefde? De leraar lijkt de situatie onder controle te hebben als het graf verder wordt uitgediept. E?n cruciale vraag wil de leraar nog aan de bakker stellen: leeft zijn vrouw nog en waar is ze? Realiseert de leraar zich dat zijn wijsheid hem niet helpt en dat als de duisternis valt een van hen niet meer leeft? Donovan weet de grote abstracties van oorlogen ver van huis te vertalen naar een confrontatie tussen twee mannen. De menselijke details kruipen onder de huid en maken de spanning in elke zin voelbaar. Net als in Julius Winsome maakt Gerard Donovan emoties tastbaar en zet hij een absoluut geloofwaardig kunstwerk neer.
Ik was niet altijd zo alleen,
integendeel: rondom mij heen
danste een bonte meisjesschaar
en ik kuste maar, ik kuste maar.
Mager paardje, jaag maar:
De steppe is eindeloos breed,
De vliegen steken je flanken,
De stenen je zeere hoeven,
Je mag nooit stilstaan en drinken.
En de zon is zoo hard en zoo heet.