Toen er niets meer dan afbraak overbleef
deed hij de glazen deuren langzaam open
en trad naar buiten en dacht: ik weerstreef
niet meer en zie van hopen en wanhopen
af nu het graf mij wacht. Ik heb geleefd,
gedronken en gegeten wat ik wilde
en alles wat ik in de avond schreef
blijft naast mij. Toen hij eindelijk verkilde
en zich neerlegde op het doodstil terras
vlogen er meeuwen over zonder kreten.
Zij vlogen over naar wat eenmaal was,
naar lief en leed en naar voorgoed vergeten.
Adriaan Roland Holst
Aan de zusters missionarissen van O.L.V. van Afrika – Adriaan Roland Holst
Wij zagen samen de oude kust vervagen,
maar zullen landen elk op andre ree.
Thans delen wij nog samen enkle dagen
d’onmenselijke wildernis der zee.
Zwerversliefde – Adriaan Roland Holst
Laten wij zacht zijn voor elkander, kind –
want, o de maatloze verlatenheden,
die over onze moegezworven leden
onder de sterren waaie’ in de oude wind.