Huldegedicht – Gaston Durnez

‘xsstfr drkllem amaixiepfft’
(Uit mijn lijfblad)

Heden zij de drukfout eer gebrach,
zij, het sieraat van de Vlamse-kranten,
zij, de vreugt van al onze scribanten
Zingen wij voor haar een stuk van Bacht!

Lees verder

Share

Probatie – Gaston Durnez

Ik heb een gouden pen gekregen
Mijn naam staat erop in gouden letters.
Een feestpen, een verjaardagspen!
een cadeau van de kinderen
die ook van goud zijn
ik ben verguld.

Lees verder

Share

Gaston Durnez

Hij was de zevende zoon in een arbeidersgezin met elf kinderen. In mei 1945, hij was toen zestien jaar, begon Durnez als journalist te werken voor De Nieuwe Standaard, later voor De Nieuwe Gids, ’t Vrije Volksblad en Het Nieuws van den Dag. Vanaf 1953 schreef hij voor De Standaard en Het Nieuwsblad. Hij verliet deze kranten slechts voor een periode tussen 1966 en 1969 waarin hij redacteur was voor de kranten van de Brabant Pers (Brabants Dagblad en Eindhovens Dagblad) en voor Het Volk, en literair adviseur bij uitgeverij Van In. Hij ging in 1992 met pensioen, maar hij bleef productief met columns en biografieën.

Durnez was initiatiefnemer van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging en redacteur van Ons Erfdeel.

Durnez was een goede vriend van striptekenaar Marc Sleen. Hij verzon de plot voor diens eerste Neroalbum Het Geheim van Matsuoka (1947), waar Sleen echter een volledig ander verhaal van maakte. Ook bedacht hij de naam van het personage Detective Van Zwam. In “Nero” zijn geregeld verwijzingen naar Gaston Durnez terug te vinden. Zo leest Petoetje in De Zoon van Nero (1959) het fictieve boek “Kolder” door Gaston Durnez. In “De Zesde Kabouter” (1977) staan in strook 36 en 38 diverse boeken van Durnez op Adhemars slaapkamer. In “Het Gouden Hart” (1987-1988) draagt dichter Piet Peerdezaag enkele gedichten van Gaston Durnez voor.

Na de overstap van Marc Sleen van Het Volk naar De Standaard bedacht hij ook het scenario van het Nero-verhaal Sleenovia dat werd getekend door Wirel.

Share