Wanneer ik dood ben en de donkren komen,
Geef me ’t portret niet mee, dat altijd mij
Ten hoofdeneinde stond en in mijn dromen,
Ik merk er toch niets van. Het is voorbij.
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
Wanneer ik dood ben en de donkren komen,
Geef me ’t portret niet mee, dat altijd mij
Ten hoofdeneinde stond en in mijn dromen,
Ik merk er toch niets van. Het is voorbij.