Hij wist met kalme angst hoe alles moest
Leven. Voortleven. Zalig of verdoemd.
Niets wordt vernietigd, spoorloos verwoest:
Een geur, een toon die in de stilte zoemt,
J.J. Slauerhoff
Kon ik eenmaal toch… – J.J. Slauerhoff
Kon ik eenmaal toch jouw dans weergeven
In een van het woord bevrijd gedicht,
Eenmaal even vrij en lenig zweven
Als jij in de lucht en in het licht
Wooningloze – J.J. Slauerhoff
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door den stormwind meegenomen.
Voor de verre prinses – J.J. Slauerhoff
Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tusschenbeide.
Soms staan wij beiden ’s nachts aan ’t raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.
Volkswijze – J.J. Slauerhoff
Mager paardje, jaag maar:
De steppe is eindeloos breed,
De vliegen steken je flanken,
De stenen je zeere hoeven,
Je mag nooit stilstaan en drinken.
En de zon is zoo hard en zoo heet.
Brieven op zee – J.J. Slauerhoff
Gelezen worden ze ontelbare malen,
Al was de inhoud haast vooruit geweten,
Van ’t zelfde levensstof in alle talen
En op den duur tot op het woord versleten.