‘De moerbeitoppen ruisten;’
God ging voorbij;
Neen, niet voorbij, hij toefde;
Hij wist wat ik behoefde,
En sprak tot mij;
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
‘De moerbeitoppen ruisten;’
God ging voorbij;
Neen, niet voorbij, hij toefde;
Hij wist wat ik behoefde,
En sprak tot mij;