Als knaap was Karel bij de welpen.
In ’t honk zei de akela: ‘Kleine krullenkop!’
Hij ruimde altijd al zijn rommel op
en thuis ging hij dan ook nog moeder helpen.
Simon Carmiggelt
De puber – Simon Carmiggelt
Ik ben verliefder dan ik zeg.
Als onheil drukt het op mijn maag.
Ik kus haar – ja, dat doe ik graag.
Maar eig’lijk wil ik ook wel weg.
Juffrouw Nifterink – Simon Carmiggelt
Vannacht is juffrouw Nifterink gestorven.
Het was ‘t hart. Haar hond zit voor de ramen.
Het stomme dier — ze waren altijd samen…
Hij heeft haar hele eenzaamheid georven.