Over een wereld die nooit meer zal zijn
Een wereld waarin cultuur belangrijker was dan politiek, een wereld die je kon bereizen zonder dat je een paspoort nodig had. Een wereld met Wenen als cultureel centrum, waar denkers, componisten en schrijvers zich verzamelden en elkaar tot grote hoogten opstuwden. Die wereld, vol van culturele rijkdom en vrijheid, veranderde van het ene op het andere moment toen op een stralende zomerdag de aartshertog van Oostenrijk werd vermoord. De eerste wereldoorlog brak uit, gevolgd door het interbellum en die weer door de tweede wereldoorlog. Die heftige periode beschrijft Stefan Zweig in De wereld van gisteren.
De wereld van gisteren heeft deels een autobiografisch karakter. Zweig vertelt vooral over zichzelf, over de mensen die hij heeft ontmoet en over de wereld om hem heen. Over zijn privéleven laat hij heel weinig los, zijn huwelijksleven speelt geen rol en zijn familie komt nauwelijks in het stuk voor.
Non-fictie
Arbeiderspers
2014 (oorspronkelijk 1941)
E-boek
432
Willem van Toorn
Op 22 februari 1942 pleegde de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig samen met zijn vrouw zelfmoord in Brazilië. Deze in 1944 postuum verschenen autobiografie biedt een indrukwekkend beeld van het Europa en met name van het Oostenrijk van zijn tijd. Hij schrijft over zijn kinderjaren, z'n studententijd, z'n reizen en ontmoetingen met invloedrijke intellectuelen, kunstenaars en schrijvers van zijn tijd: Maxim Gorki, Einstein, Gustav Mahler, Sigmund Freud en vele anderen.