Ze verzitten de tijd, duwen handen diep
in hun zakken, een houding die slecht past
Figuranten op zoek naar de eerste tekens
van een verdriet dat hongerig op hen wacht
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
Ze verzitten de tijd, duwen handen diep
in hun zakken, een houding die slecht past
Figuranten op zoek naar de eerste tekens
van een verdriet dat hongerig op hen wacht
ik beraam een aanslag op mezelf
verdwijnen doe ik in volle zicht
verdoof de schreeuw die in me woont,
graaf hem in als een verstekeling
in de blinde hoeken van dit hoopje botten,
kaal geschraapt tot breekbare schets
die in eigen vingers snijdt.
Ik zit naast een man die ik niet ken, hij praat
over dagen waarvan ik weet dat ze niet van mij zijn geweest
ik raak snel dingen kwijt, zoek al lang genoeg
om zeker te zijn