Voor de kade wisselt een wolk meeuwen
als strooibiljetten op een sterke wind
van aanblik als ’t verloop van eeuwen.
Het is windstil. De wind is een klein kind
dat met geluidjes brood staat uit te strooien.
Zijn tijd aan denken of aan doen vergooien
verschilt niet veel, ’t is stenen toch voor brood.
Wordt liever kind: twee beentjes en wat rood;
het doet soms eeuwen inderhaast ontdooien.