Later zul je bij me wonen.
Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je
giechelt met de an’dre meiden.
Willem Willmink
Moeders handen – Willem Wilmink
Je hebt het brood gesmeerd,
onze kleren gekeerd,
ons het pannetje toegeschoven
en de sokken gestopt
en ons ondergestopt…
allemaal met je handen.
Rooie Sien, de eenzame kat – Willem Wilmink
Rooie Sien was lang geleden,
door een auto aangereden,
en nu trok ze met haar bek,
en was ook een beetje gek.
Angst voor geluk – Willem Wilmink
Soms in de nacht als je naast me ligt,
als je naast me ligt met je meidengezicht,
dan heb ik je weer zo lief.
En ik denk met trots aan ons kleine gezin,
en ik denk: er zit wel samenhang in,
het biedt wel perspectief.
Zomeravond – Willem Wilmink
Kindje, slaap maar, kindje,
’t was ook zo warm deze dag.
In de schemer
zit nu een kleine egel
met zijn mooie stekels
eenzaam in het gras.