Elke ochtend gaat ze de oceaan op.
Het wasgoed gaat stinken
potten en pannen koeken aan,
haar huwelijkskleed rafelt
en vervuilt onder zijn boze
blikken.
Wat doet het er toe, zij kijkt toe
hoe de walvissen trekken en ziet
dat het naaimachines zijn,
reusachtige die het sinds eeuwen
stukke kleed stikken.