Een kind als dit – Hans Tentije

In deze zinsbegoochelende duisternis komt, over een pad
van gedoofd sterrengruis, barrevoets een heel klein jongetje
aangeschuifeld, zijn ogen half toegeknepen, zijn blik
slaperig en ongericht, de nachtwind strijkt haast liefdevol
door het geelblonde, licht krullende haar –

de kou heeft zijn minieme piemeltje verschrompeld
net als het scrotumpje daaronder, 
waarin nog niets lijkt ingedaald

hoe manmoedig duwt hij zijn stroeve, driewielige looprek
niet voort, het houten handvat is zijn enige houvast
nu hij in al die naderende, wringende bochten nooit zijn grip
kwijt mag raken, de stangetjes van het gelaste
onderstel zijn zo fragiel, dat het dadelijk, daarginds
wel eens heel erg mis zou kunnen gaan

maar wie stuurde hem, met een klets op zijn gat, een ferme
klap op een van zijn broze schoudertjes, het ongewisse
van de wereld in, zonsopgangen, pesthaarden, dampende
mestvaalten, liefdesnesten, gebrandschatte gehuchten
en vertrapte graanakkers, veelbelovende regenbogen tegemoet?

uit alle macht tracht hij de dunne staak, aan het eind
waarvan een paar windmolentjes prijken, in balans te houden
terwijl hij zelf ternauwernood zijn evenwicht bewaren kan

voetje voor voetje – en dat al eeuwenlang

Share

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.