Haas – Paul Demets

De dag verschuift terwijl ik roerloos lig. Wordt zo
een wolk verplaatst en is dat gras hetzelfde gras
van zomers eerder? Platgetreden, heropgericht?

Een vleermuis splijt de schemer. Je maakt geluid
in een fles die je dan sluit. Blijven je woorden
hangen of stellen ze het zwijgen uit? In de halmen

twee lepels. Hels is zijn ingehouden rennen. Hij neemt
een aanloop met zijn ogen. Hij snuift, ruikt
het kruid en kauwt op zijn wangen. Maar weg

is niet weg. Iets heeft zich in mij neergevlijd.
Ik verstar. Hij heeft mij liggen. Ik word zijn hazenhart.

Share

Ontdek meer van JKleest

Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.