Ik laat me door het blauwe nat omsluiten.
Het is doodstil, alleen mijn ademhalen
klinkt pruttelend als doffe klopsignalen.
Ik zweef en sluit de bovenwereld buiten.
Een papegaaivis dartelt voor me uit en
gaat dan wat knabbelen aan de koralen.
De vissen zwijgen in wel duizend talen,
hun kleuren kletsen over ijdeltuiten.
Waartoe dient dit palet, die vreemde vormen
hier in het kalme blauw! Ik kijk naar glimmers
in rood en groen van kerstboomkokerwormen
en wou dat ik hun zeetaal snappen kon.
Want alles heeft een doel, zegt Einstein immers.
Ik stijg weer op en vind míjn taal, de zon.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.