Een kinderspiegel – Judith Herzberg

‘Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaienpootjes om mijn ogen.

Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.

Ik neem een hond, drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op het kleedje.

Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen
niet van die saaie sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is
de hele dag en ook de hele nacht
blijven wij alsmaar bij elkaar.’

Share

1 gedachte over “Een kinderspiegel – Judith Herzberg”

  1. Later, als ik zwakzinnig ben
    met schoothond en schrikvel
    houd ik een kruik warm
    tegen me aan en praat
    ik met je in mijn slaap.
    Als je nu kan begrijpen
    wat ik dan ga bedoelen,
    krakende dorre tak dat ik ben,
    ga ik me niet zo afgebroken voelen
    maar meer een uitgeblazen paarde-
    bloem. Hoor je me dazen?
    Daar gaan mijn parachuutjes al.

    Judith Herzberg

    Beantwoorden

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.