Een ander ben ik,
gestoken in mijn kleren,
die met mijn naam wordt aangesproken..
Hij woont in hetzelfde huis als ik,
wij slapen met dezelfde vrouw
en lezen tezelfdertijd dezelfde boeken.
’s Morgens wordt hij in mij wakker,
staat met mij op, wast zich en scheert mij,
wij nemen samen afscheid, lopen samen door de straten.
Hij werkt, hij denkt, hij eet voor mij,
uit mijn mond komen ook zijn woorden.
soms overvalt hij hersenschuddend mij
en grijpt de kans aan, in mij rond te moorden.
Ik haat hem; hij verraadt mijn geheimen.
Wat ik niet zeggen wil
schreeuwt hij voluit van de daken.
Ik weet niet meer wie ik ben,
ik weet niet waar hij mij zal leiden,
maar als ik niet meer leef
neem dan gerust zijn handschrift voor het mijne.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.