Zij aan de andere kant van de tafel
draagt haar hoed als een wapen
waarmee ze de vingerafdruk van de jaren
elegant overschaduwt. Was ze een
woning, ze liet zich met wijnrank
en bloemen begroeien, groene klimop
die zomer en winter de vraat aan de voegen
verdoezelt, ze liet de haag
niet meer snoeien. Nu ze een vrouw is
bedekt ze met mode de dood in haar huid,
zet zich hoog op de hakken en trekt
met de rand van haar hoed de groeven
het zicht uit.
—
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.