Vannacht kwam ik mijn ouders tegen,
twee bleke schimmen die naar elkaar
toe negen in het witte licht van een lantaarn.
Aan hun geluk te zien kon ik nog niet
geboren zijn. Ze waren jong en heel verliefd.
Een groot verdriet bedroefde mij
omdat ik wist hoe het zou verdergaan.
Zij schaterde om iets dat hij haar toegefluisterd had.
Hij lachte hard zoals hij nog vaak doet.
We wisselden een beleefde groet
en daarna scheidden zich weer onze wegen.
‘Wacht maar’, riep ik hen na,
‘wij komen elkaar nog wel eens tegen.’
Gearmd gingen ze zwijgend om een hoek.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Wat mooi!
De roman Malva van Hagar Peeters beviel mij niet, maar dit smaakt wel naar meer.
Die roman ken ik niet, maar de gedichten die ik van haar ken bevallen mij prima.
Prachtig gedicht, Jan. Dank voor het plaatsen!
Mooi hè! Graag gedaan.