Scheren – Tonnus Oosterhoff

Over de strakke huid waait zand;
baardloos de kaak van de predikant.

Op het schavot van vel over been
glijdt om geloofswil het mes langs hem heen.

Het badkamerraam ziet op zolder uit
en op een verkeersbord: een voorrangsruit.

De wind houdt de blauwe luchtvlag strak.
IJs gloeit in een plas op ’t garagedak.

De Heer is mijn herder, ‘k heb al wat mij lust.
De dienaar van ’t woord grijnst ongerust.

Zijn kind, een klein broertje, vraagt een zoen.
Zijn lippen missen half. Overdoen?

Over Tonnus Oosterhoff

 

Share

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.