Het is een avond zoals elke andere avond
de maan houdt de wacht
en de lantaarnpalen staan als bewakers
achter elkaar naar me toe te kijken
ik tel de tegels die me naar huis brengen
mijn haren zijn gevlochten tot een visgraat
mijn jas houdt me niet warm genoeg
plots trekt een harige man mij
naar een plek waar ik niet hoor te zijn
hij krast mijn broekrits open
haalt het dood vel van onder mijn borsten
wat moet het stopwoord zijn?
mijn gezicht is niet zwart
en ik ben geen zoetigheid
in deze nacht waar de maan in slaap viel
en de lantaarnpalen hun lichten doofden
hoorde niemand mijn schreeuw
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.