Zoals de zee zichzelf weerlegt, nee, juist legt,
golf over golf, cliché over cliché,
als kaarten bij een patiencespel,
en zich weer opraapt en zich opnieuw legt;
Vertrouw nooit iemand van wie de televisie groter is dan de boekenkast
Je kunt in de wei uit een melkweg van wit
één takje fluitekruid plukken om thuis
in een vaasje te zetten en van dat takje
één twijgje afbreken en daarvan één
steeltje en daarvan één bloempje
en van dat bloempje één pointe
van het godganse pointillisme.
Nee, dat kun je niet.
—
winnter. je ziet weer de bomen
door het bos, en dit licht
is geen licht maar inzicht:
er is niets nieuws
zonder de zon.
Zes jaar heeft ze geleerd wat blijven was:
wat ouders deden, en wat dus alles ging doen:
een tafel bij een stoel, nu bij toen.
Het meervoud van geluk was: wij.