Nu is er weer dat zomerse godlof
van meisjes die in korte rokken
door alle straten fietsen
in ons land, ons land gezegend
met pastoors en dominees
die met schuine oogjes kijken
naar dat deksels jonge volkje
dat met naakte knietjes
door hun straten fietst godlof
Remco Campert
Tegen de zomer – Remco Campert
Niets is vernielender dan de warmte
De kou houdt in stand, is statisch;
de warmte beweegt met de vernieling mee
en wekt een valse schijn
van zon, gezondheid, zinvolle zonde
Niet te geloven – Remco Campert
Niet te geloven
dat ik knaap nog
een vers schreef over de
zilverwitheid van een berkestam
Zeemansliedje – Remco Campert
Toen ik klein was
droeg ik een matrozenpakje
mijn moeder nam me mee
naar de vijver in het bos
daar aan een touwtje
liet ik mijn zeilboot varen
de bomen ruisten
de wind kwam van zee
Lamento – Remco Campert
Hier nu langs het lange diepe water
dat ik dacht dat ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar
hier nu langs het lange diepe water
waarachter oeverriet achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd
Credo – Remco Campert
ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer
dan die rivier in kaart te brengen
Poëzie is een daad – Remco Campert
Poëzie is een daad
van bevestiging. Ik bevestig
dat ik leef, dat ik niet alleen leef.
Poëzie is een toekomst, denken
aan volgende week, aan een ander land,
aan jou als je oud bent.
Een vergeefs gedicht – Remco Campert
Zoals je loopt,
door de kamer uit het bed
naar de tafel met de kam,
zal geen regel ooit lopen.
Ik sprong van rots tot rots – Remco Campert
Ik sprong van rots tot rots
terwijl de zon mijn blote voeten brandde
en de wind teisterde mijn vederbos.
Heidschoon – Remco Campert
Zoveel wegen blies ik achter me op
niet meer terug kunnen luchtte me op
poëzie hoeft sinds lucebert
niet meer mooi of schoon te zijn
‘schoonheid heeft haar gezicht verbrand’
dynamiteer de woorden in hun pracht en praal
ontplofte woorden verspreiden hun bloedende letters
scherven van een spijkerbom
maar
ik kan het niet laten
raap de scherven op
en smelt ze om tot nieuwe woorden
heidschoon zapro ziepoe