Toon Tellegen

Toon Tellegen, geboren in Den Briel, wordt beschouwt als een van Nederland’s beste dichters en zijn werk is met diverse literaire prijzen onderscheiden. Hij heeft tot nu toe meer dan 20 dichtbundels uitgegeven. In 2015 werd zijn bundel De Werkelijkheid genomineerd voor de VSB Poëzie Prijs.

Hoewel hij zichzelf in de eerste plaats als dichter beschouwt, is hij ook een bekende kinderboekenschrijver, wiens dierenverhalen zowel kinderen als volwassenen veel plezier schenken. Hij heeft daarnaast ook boeken voor volwassenen en enkele toneelstukken geschreven.

Tellegen’s gedichten zijn in vertaling uitgegeven in Tsjechië, Finland, Duitsland, Ierland, Portugal, Rusland en Slovenië. Momenteel zijn vier van zijn dichtbundels in het Engels verschenen, waaronder Raafvogels (Carcanet, 2011; Popescu Prize for European Poetry in Translation) en Een man en een engel (Shoestring, 2013).

‘Ik hoorde van iemand dat ik een kamer was’. Zo begint een gedicht van Toon Tellegen. Het is een voor zijn poëzie kenmerkend begin, er wordt verder niets in uitgelegd, we moeten ervan uitgaan dat dit nu de werkelijkheid is waarin het gedicht zich zal afspelen. En inderdaad, het personage grijpt de kans om zich als een kamer te beschouwen: ‘Een kamer! dacht ik. Misschien wel een salon!’ Hij werkt dit inzicht verder uit om vervolgens te concluderen: ‘maar toen ik verder dacht ontbraken er muren aan mij, en deuren en schuin naar binnen vallend licht’.

Tellegen experimenteert met de menselijke identiteit en het gedicht is de plek bij uitstek waar daarover wordt nagedacht. Dat klinkt nogal zwaarwichtig, maar als er iets opvalt aan deze poëzie dan is het wel de luchtige, lucide toon en het niet-filosofische, juist zeer beeldende en vertellende karakter ervan. De meeste gedichten zijn kleine verhalen en hebben door hun vrije regelval ook de vorm van over versregels verdeeld proza.

Alles is mogelijk in de wereld van deze gedichten. Om de hoek van de straat woont bijvoorbeeld een menseneter, die zo’n ongelooflijke honger heeft dat hij ze met stapels tegelijk eet. ‘Hoor hem eten, om nieuwe mensen schreeuwen!’ Een ernstige situatie voor al die duizenden mensen die nu verscholen zitten in het riet. De associatie dat de mens zo breekbaar is als riet lijkt onvermijdelijk.

De grootste verrassing van dit werk is dat Tellegen alles letterlijk neemt en daardoor een vloed aan betekenissen laat ontstaan. Neem dit directe en intrigerende begin: ‘Een man valt soms ten prooi aan twijfel, besluit zich te splijten, gaat twee kanten uit’. Na een tijdje gespleten te zijn geweest, zoekt hij zichzelf weer op, omzichtig van twee kanten op zichzelf af sluipend. Het gedicht is de verhalende uitbeelding van een gemoedsgesteldheid. Tellegen is een meester in de projectie van psychische noties zoals angst, hulpeloosheid, vervreemding, overgave en verrukking in verhalende poëzie. Opvallend vaak gaat het over verdwijnen, verdriet, dood. Hij laat een appel langzaam verrotten, slaat een mug schuldbewust dood, ontwaart een olifant in de porseleinkast van zijn ziel, ziet zichzelf over een muur klimmen aan de rand van zijn gedachten.

Deze gedichten zijn stuk voor stuk – en het zijn er nogal wat – onthutsend scherpe en veelzeggende parabels over menselijke gevoelens en gedragingen. Ze zijn nooit realistisch, altijd grotesk, overtrokken, surreël, absurdistisch (schatplichtig aan Daniil Charms), en altijd in de weer met de taal. Zijn versregels trekken de lezer onontkoombaar het gedicht binnen: ‘Het leven is een zijtak van de liefde’, ‘Een man ontdekte dat liefde niet bestaat’, ‘Zal ik je eens een levensgevaarlijke kus geven?’

Het dichterlijk universum van Toon Tellegen is druk bevolkt en bestrijkt letterlijk alles van onze binnen- en buitenwereld. En zoals hij dicht doet niemand dat.

Meer over Toon Tellegen op DBNL
Meer over Toon Tellegen op Wikipedia

Share

Men moet – Toon Tellegen

Men moet altijd enigszins verdrietig zijn,
anders is men verloren,

maar men moet wel een beetje verloren zijn –
van het reddeloze soort –
anders zou men alleen maar gelukkig zijn,

toch moet men ook gelukkig zijn,
zo maar gelukkig kunnen zijn,
in alle staten van geluk,

anders zou men maar verdrietig zijn,
enigszins verdrietig
altijd.

Meer over Toon Tellegen

Share