Kunstbroeder Carmiggelt zag mij eens,
jaren geleden, vrolijk op straat, met vrienden schertsend en lachend,
vlak bij een cinema, en dacht:
‘Het lijkt waarachtig wel of hij gelukkig is.
Wat fijn, wat heerlijk voor die jongen,
maar wat rampzalig voor de literatuur.’
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.