Hier ligt de zondag in de bijbel open:
de tafel met het boek, de vrouw die leest,
de boer – die onverhoedse regens vreest –
bij ’t raam, in blauwe kiel met witte knopen.
De vrouw bij God, de man steeds bij het werk,
elkander vreemd en toch elkaar genegen,
zoals door ’t raam de vrome, kleine wegen:
elk komt van ver en eindigt bij de kerk.
En later, vóór de lamp nog is ontstoken,
staan zij aandachtig samen voor het raam;
glimlacht de vrouw, vergeet de man het roken?
Wie jaagt hun zoon na met die sterke pas?
Ze zien elkander veelbeteeknend aan,
hij denkend aan wat komt, zij aan wat was.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.