Naar ventje of zielig type?
De eenzame Ewout Meyster, hoofdpersoon in De opdracht van Wessel te Gussinklo, heeft zichzelf een doel gesteld: “Een opdracht die hij moest vervullen; een prestatie om zich gelukkig te kunnen voelen”. De opdracht? Het verwerven van aanzien, indruk maken op leeftijdgenoten op een zomerkamp, een evenement dat door zijn toedoen het beste zomerkamp ooit moet worden.
Jaarlijks wordt voor door de tweede wereldoorlog getraumatiseerde kinderen een zomerkamp georganiseerd met een religieus stempel. De vorige kampen waren voor de veertienjarige Ewout niet naar wens verlopen; hij bleef een zonderlinge buitenstaander. Op het volgende kamp bereidt hij zich minutieus voor: hij stampt moeilijke woorden in zijn hoofd om indruk te maken, meet zich geforceerd een houding aan die niet bij hem past en heeft allerlei plannen om van het komende kamp het beste ooit te maken.
Vanaf het begin loopt dat helemaal fout. Hij arriveert te laat en de eerste avondwandeling valt letterlijk in het water. Hij wordt ook nog eens ingedeeld bij een andere groep dan verwacht, een groep met oudere jongens. Wat tot een verpletterende entree had moeten uitgroeien wordt een gruwelijk fiasco als hij zich tijdens de eerste maaltijd uitslooft door maar liefst achtentwintig boterhammen te eten en verder vooral op te vallen door zijn belachelijke gedrag en dito taalgebruik. De toon is gezet.
Het verslag van het kamp dat tien dagen duurt beleven we mee middels de gedachten van Ewout. Het dikke boek is feitelijk één lange monologue intérieur. Minutieus volg je de geforceerde en soms ronduit bespottelijke gedachten van de jonge Ewout. Hij dringt zich aan iedereen op, treedt altijd op de voorgrond. De reacties op zijn gedrag en zijn bijna onophoudelijke gewauwel zijn aanvankelijk mild, het wordt afgedaan als het geleuter van een rare snuiter, maar gaandeweg worden de irritaties bij de anderen groter. Het gaat snel van kwaad tot erger.
Weerbarstig maar ook verslavend
Wessel te Gussinklo heeft met De opdracht een huzarenstukje afgeleverd. Om de lezer 542 pagina’s geboeid te houden met de gedachten van een volslagen mafkees is een enorme prestatie. Gebeurtenissen worden enorm uitvergroot: de auteur is in staat om van één enkele druppel een complete oceaan te maken en toch weet hij de aandacht vast te houden. Dat doet hij door een hypnotiserend ritme aan te houden, een onophoudelijke maalstroom van gedachten te beschrijven en te herhalen. Gek genoeg leidt dat geen moment tot verveling. Maar De opdracht is geen gemakkelijk boek. Ik moest telkens een drempel slechten om het weer op te pakken, doch eenmaal weer op stoom gekomen was het wonderlijk genoeg nog moeilijker om het weg te leggen. Weerbarstig en tegelijk verslavend.
Fascinerende hoofdpersoon
En dan Ewout. Een jongen met een geheel disfunctionele sociale antenne. Op geen enkel moment in staat om de reacties op zijn gedrag te voorzien. Op alles wat hij doet reageren de anderen anders dan gehoopt en verwacht, maar het ligt niet aan hemzelf:
“Ze zagen wat ze verkozen te zien, niet wat hij wenste”.
Aanvankelijk ga je nog mee in de hoopvolle wensgedachten van de hoofdpersoon. Naarmate het verhaal vordert krijg je steeds meer een afkeer van Ewout. Zijn stupide dromen om qua aanzien in de voetsporen van Churchill of Roosevelt te treden kun je afdoen als kinderlijk. Zijn houding jegens zijn leeftijdgenoten is stuitend. Als een kwijlend hondje smeekt hij om aandacht van de oudere Hugo, die hij bijkans verafgoodt, de anderen beschouwt hij hooguit als onkruid, nauwelijks goed genoeg om overheen te pissen.
Het maakt dat je Ewout in eerste instantie vervelend vindt, in tweede instantie irritant, en dat je je vervolgens steeds meer aan hem gaat ergeren. De reacties van de andere jongens zijn niet misselijk, maar al met al nog relatief mild. Pas later ga je meer en meer beseffen dat er ook een andere mening mogelijk is. Ewout is ook een zielig, eenzaam ventje dat simpelweg niet weet hoe hij zich moet handhaven en dat ook nooit zal leren. Hij is ook iemand die tegen zichzelf in bescherming moet worden genomen.
Een klootzakje en een zielig type.
De opdracht is geen gemakkelijk te verteren boek. Weerbarstig en verslavend tegelijk, onontkoombaar tragisch, een krachttoer van jewelste, het soort boek dat je tegelijk kunt haten en liefhebben. Maar ook één met een verhaal dat je nooit meer vergeet.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.