Mijn vader sterft; als ik zijn hand vasthoud,
voel ik de botten door zijn huid heen steken.
Ik zoek naar woorden maar hij kan niet spreken
en is bij elke ademtocht benauwd.
Dus schud ik kussens en verschik de deken,
waar hij met krachteloze hand in klauwt;
ik blijf zijn kind, al word ik eeuwen oud,
en blijf als kind voor eeuwig in gebreke.
Wij volgen éen voor éen hetzelfde pad,
en worden met dezelfde maat gemeten;
ik zie mijzelf nu in zijn bed gezeten
zoals hij bij zijn eigen vader zat:
straks is hij weg, en heeft hij nooit geweten
hoe machteloos ik hem heb liefgehad.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.