Mannen kijken mij aan,
kleden mij haastig uit,
breken in in mijn huid,
randen mij overal aan,
kunnen niet verder gaan.
Maar het kind dat daarnet,
toen zijn moeder niet keek,
zo maar een krant als steek
op zijn hoofd heeft gezet,
lacht het helemaal weg.
Zittende in een tram,
even mezelf ontsnapt,
voel ik soms broederschap.
Warmte trekt door mij heen.
Haastig zet ik mij schrap.
—
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.