Zij heeft als hobby het strelen van katten
en kamt de jongenshanden uit haar haren.
Aan ondergrondse bomen hangen de aardappels
waaraan zij gezichten leent. Met ogen zó groot.
In watten bewaart zij de voortand
die tijdens het roeien plotseling ontbrak
aan haar lach. Een slordig gedraaide wind
over het water toont haar in moeders jurk.
En ’s nachts, als de teddyberen honing
verzamelen en haar vlinderpak zweeft
voor het raam, zet zij zich op de trap
en vraagt of rode mieren microben zijn.
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.