We deden niets
we keken maar naar wat gebeurde
hoe auto’s wachtten langs de stoeprand
hoe regen langs de ramen zeurde
we zwaaiden zelfs niet naar de buren
van de overkant.
We deden niets van wat we konden
en wilden niets van wat we moesten
we aten zelfs geen ijs of friet
we hoefden niets
we vonden iedereen een etter
en we verveelden ons te pletter.
—
Meer over Johanna Kruit
Ontdek meer van JKleest
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.